Toen
het
Huis
van
Bewaring
aan
het
Kleine-Gartmanplantsoen
werd
gesloten
en
de
gemeente
van
zins
was
het
complex
te
slopen,
stonden
er
buurtbewoners
en
actiegroepen
op
met
een
pleidooi
voor
behoud.
Refererend
naar
de
verguisde
kandidaat
voor
het
gebied,
de
hotelmagnaat
Bouwes,
luidde
het
parool:
Bouw-es-wat-anders.
Dat
heeft
de
gemeente
in
zijn
oren
geknoopt.
Het
resultaat
is
het
Max
Euweplein,
waarmee
een
onbereikbaar
reservaat
in
de
stad
is
veranderd
in
een
bruisend
uitgaanscentrum.
Om
dit
met
cafés
en
modezaken
gevulde
plein
zijn
kantoren
geschikt
-
in
de
voormalige
gevangenis
-
en
woningbouw
langs
de
Singelgracht.
Het
Kruisgebouw
waar
het
allemaal
om
begonnen
was,
is
met
zijn
groen
geschilderde
baksteen
ontdaan
van
zijn
strenge
gevangenis
uiterlijk.
'Homo
sapiens
non
urinat
in
ventum'
is
er
schalks
in
de
architraaf
gegraveerd,
de
poort
tot
het
Max
Euweplein.
Daarachter
een
bos
van
kolommen,
van
Indiaas
graniet
met
een
strookje
groengele
tegels
als
contrapunt.
Dat
tegelmozaïek
wordt
herhaald
onder
de
daklijst.
Er
zijn
speelse
klassieke
verwijzingen
in
de
bebouwing:
behalve
de
zuilen
van
beton,
de
kapitelen
onder
de
architraaf,
vinden
we
ook
nog
een
timpaan
op
het
dak
terug,
terwijl
de
Japanse
ruitjes
het
beeld
bepalen
op
de
kop
van
de
gebouwen.
Daarmee
zou
je
het
Max
Euweplein
lichtelijk
postmodern
kunnen
noemen,
want
de
groene
winkelluifels
met
draadglas
refereren
weer
aan
de
Parijse
metro-architectuur.
Een
cilinder
van
draadglas
breekt
het
woningblok
halverwege;
het
Kruisgebouw
opent
zich
op
de
plek
waar
twee
vleugels
elkaar
ontmoeten.
Het
Max
Euweplein
is
een
integraal
architectonisch
project.
Nieuwbouw,
verbouwing
en
pleininrichting,
alles
was
in
een
hand.
In
het
middelpunt
van
het
plein
trekt
de
fontein
de
aandacht.
Die
beschrijft
als
een
Escher-tekening
de
omgekeerde
weg.
Het
water
loopt
tegen
de
helling
op. (Jaap
Huisman)
|